Flash News
  • Hij luistert niet… Puberstreken? Ik vond vanmorgen een labrador. Gewoon bij een kom water waar ik langs liep met de honden. Terwijl ik de holle weg omhoog wandelde en…
  • Stelling: je moet een… Elke tak van sport kent zijn stellingen, vaak zijn ze duurzaam. Veel van die stellingen hebben een bijna onbeperkte houdbaarheid. Sommige worden met de tijd…
  • (On)sportief gedrag Ik heb gehoorzame en werklustige honden, een opdracht weigeren doen ze eigenlijk nooit. Een apport laten liggen omdat ze er geen zin in hebben is…
  • Checklist voor de SJP En dan is het wedstrijdseizoen weer aangebroken! De SJP zijn van start gegaan, de MAP volgen over een tijdje en elke keer vraagt het van…
  • Stropende honden Laten we het beestje maar bij de naam noemen: jachthonden die niet onder controle staan wanneer zij van de lijn gaan, die ongeoorloofd zelfstandig op…
Algemeen / Wedstrijden

Interview: Nimrodwinnaar Klaas van der Valk

Klaas van der Valk werd in 1957 geboren in De Bilt, hij is in de eerste plaats hotelier, daarna jager, maar misschien nog wel eerder hondenman dan jager…

De jacht zit Klaas in de genen, maar hoewel er in de grote familie van Klaas wel door velen gejaagd werd  is hij opmerkelijk genoeg zelf niet via de familie in het jachtbedrijf terechtgekomen. Toen hij een jaar of twaalf was is hij zelf gaan kijken of hij een voet tussen de deur kon krijgen. Aan de overkant van de weg woonde een boer waar Klaas een paard had staan. Deze boer verzorgde voor zijn landeigenaren de jacht en via deze boer kwam Klaas in contact met jagers en rolde er op die manier min of meer in. Als twaalfjarig jochie ging hij dan mee om de eenden te gaan voeren voor de eendenput, maar ook als drijver tijdens drijfjachten die plaatsvonden op het landgoed Sterkenburg. Er waren familieverbanden tussen de eigenaren van de jacht op Sterkenburg en de eigenaren van de grond van de boer van de overkant.

Klaas vond de jachtwereld prachtig, met name het werken met de honden. “Dat wilde ik ook, en toen ik mijn tweede labrador kreeg ben ik meteen gaan rondvragen, bij ervaren hondenmensen gaan informeren wat, hoe en waar kan ik mijn hond hiervoor opleiden, en zo ben ik wegwijs gemaakt. Zo ben ik in de jachthondenwereld gerold.”

De eerste wedstrijden

Rond 1975 kwam de eerste labrador in Klaas’ leven. Vroeger thuis hadden ze wel huishondjes, maar voor hem is er altijd maar één hond geweest en dat was de labrador. Noortje en Google zijn inmiddels de 5e en 6e labrador in huize Van der Valk. De honden waren altijd bedoeld als kameraadje en als jachtmaatje, fanatiek wedstrijdlopen maakte helemaal geen deel uit van het oorspronkelijke plan. “Nee, dat was helemaal geen doel. Maar je komt bij een trainingsgroep, in mijn geval ’t Sticht, en dan doe je mee aan clubwedstrijden waar je eens een diploma haalt en zo.”

Foto: Anoeska van Slegtenhorst
Foto: Anoeska van Slegtenhorst

Klaas heeft als voorjager een heel duidelijke stijl: “Positief trainen en positief werken, ik vind dat heel belangrijk. Ik heb ooit wel eens een soort aanvarinkje gehad met mijn hond Lisa, dat je iets probeert te corrigeren wat je zelf verkeerd doet. Maar je projecteert dat snel op je hond, en dat is natuurlijk hartstikke contraproductief. Wat dat aangaat heb ik wel snel geleerd dat als je een probleem hebt met je hond, je de oplossing bij jezelf moet zoeken. Dat is soms best heel ingewikkeld, je kunt het je hond niet aanrekenen als er fouten gemaakt worden. Je moet zelf een manier vinden om dat op te lossen. Veiligheden inbouwen in je training, zorgen dat de kans op succes zo groot mogelijk is. En nee, natuurlijk gaat dat niet vanzelf, dat gaat allemaal met horten en stoten, zo ben ik ook maar door schade en schande wijzer geworden.”

Dat snijdt hout, maar veel voorjagers zullen toch dat gevoel herkennen van denken dat je op de goede weg bent, dat jij en je hond stappen maken en dat het dan om een of andere reden toch niet zo gaat als je had gehoopt. Dat is toch hartstikke moeilijk?

Daar heeft Klaas nooit een probleem mee gehad of een probleem van gemaakt. ”Ik zeg dan altijd “jammer”, maar ik kijk vooral naar wat er wél goed is gegaan. Ik sta altijd positief in die dingen. Ook al is het niet gelukt, dan gaan we het gewoon nog een keer proberen. Dat maakt me helemaal niks uit.”

Nuchterheid

Klaas is erg nuchter en plaatst alles in perspectief. Dat zou uitgelegd kunnen worden als ‘het niet zo belangrijk vinden’, maar dat is het niet. “Nee nee, dat is het zeker niet. Ik heb zeker wel ambities, want ik vind dit het mooiste spelletje dat er is. Dat komt ook doordat ik praktijkjager ben en die praktijksituaties vertaal ik dan weer naar de wedstrijden. Ik heb een grote drive om mee te doen, maar niet vanuit een gevoel van competitie. Ik ben niet iemand die móet winnen of zo.” Breed lachend vervolgt hij: “Die paar keer dat ik dan iets gewonnen heb was ik compleet van het padje af. Nooit gedacht dat ik dingen kon winnen. Maar ik vind oprecht: meedoen is leuker dan winnen. Ik vind het mooi om te kunnen zeggen dat ik dat met jou, met jou en met jou heb gedaan. Mensen die op de Nimrod of op een andere belangrijke wedstrijd hebben gestaan, daar kijk je dan naar op. Ik vind het gewoon mooi om met die mensen te trainen en zo.”

“De eerste keer dat ik op de Artemisproef stond dacht ik dat ook: “Ik sta hier toch maar!”. Vorig jaar werd ik daar 18e, dit jaar werd ik 8e en toen dacht ik: “Nou, dat ging prima!”. Met de Nimrod eigenlijk precies hetzelfde. Ik had toch nooit gedacht dat ik daar zou kunnen komen? Maar toen ik mocht deelnemen vond ik het al wijs! En als je dan denkt: “Nou, het gaat toch wel goed”, dan vind je dat óók wijs. En als je uiteindelijk wint, dan denk je vervolgens: “Dit kan toch eigenlijk gewoon niet? “ Maar het is wél heel mooi en ik heb er ook echt van genoten. Want zo is het uiteindelijk wel:  Je hebt gewonnen omdat je op die dag dan de beste was. En dat terwijl ik die dag toch genoeg tegenvallers heb gehad. Ik spreek alleen nooit van tegenvallers, want ik kijk naar wat er fout is gegaan en hoe ik dat kan oplossen. Soms liggen die dingen echt bij jezelf, dan heb je de verkeerde aanwijzingen gegeven, of de hond verkeerd ingezet. ”

Na afloop van de Nimrod 2016

Met verbazing kijkt Klaas terug op wat tijdens de Nimrod is overkomen, eigenlijk over alles dat hem dit seizoen is overkomen: “De week na de Nimrod schoot ik ’s nachts wakker, en toen draaide de hele film zich weer voor mijn geestesoog af. Dit had ik twee jaar geleden nooit kunnen vermoeden. Alles wat ik de afgelopen jaren niet goed had gedaan had ik voor de Nimrod in mijn hoofd geplant en dat ging nu goed.” Op de Artemisproef had Klaas naar eigen zeggen zijn hond kapotgefloten op een sleep. “Ik was zo gefocust op die sleep dat ik maar bleef fluiten en fluiten. Dat had ik niet moeten doen. Ik had daar beter over kunnen gaan op plan B: de hond eerst een ander apport laten halen. Even de druk er weer vanaf, succes halen en daarna opnieuw inzetten op de sleep. Die les had ik daar wel geleerd en toegepast op de Nimrod”.

Klaas en Noortje zijn ontspannen aan de Nimrod begonnen. “Ik wilde gewoon lekker werken met de hond, en heb een slecht voorbeeld gehad aan mensen die voorafgaand op het laatste moment nog intensief zijn gaan trainen met hun hond. Ik wilde dat niet. In de weken die aan de Nimrod vooraf gingen heb ik dan ook niks gedaan. Ik ben nog een weekje op vakantie gegaan, de hond had thuis een weekje rust en vlak voor de Nimrod heb ik nog wat ontspannen oefeningetjes bij huis gedaan, gewoon voor de leuk en zo zijn Noortje en ik eigenlijk allebei heel relaxed begonnen. Tijdens de wedstrijd, tussen de proeven door heb ik ook de tijd voor de hond genomen. Dat ze even kon plassen, dat er even aandacht voor haar was. Gewoon alles om te zorgen dat zij niet ‘opgeblazen’ zou worden van alle spanning.”

Kritiek

Geen enkele hond heeft op de Nimrod in Bunnik alle apporten binnengebracht, dus na afloop was er op social media nogal wat kritiek losgebarsten over de haalbaarheid van de proeven. Klaas vind dat niet terecht. “Het was inderdaad lastig, het was pittig, maar niet onoverkomelijk. Met alle training die wij gehad hadden vond ik dat wij deze proeven aan moesten kunnen. Ik vond het te doen en heb alleen maar goed gezorgd dat mijn hond topfit bleef gedurende de dag. Ik vind alle kritiek absoluut onterecht. Ik vind echt dat de proeven te doen zijn geweest. Bij proef A heeft Noortje bijvoorbeeld tien meter van de smient afgezeten. Als ik daar net iets anders had voorgejaagd was het misschien wel gelukt. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de ganzensleep bij proef B.  Die sleep ging prima tot ongeveer halverwege. Toen was daar een onderbreking in de vorm van een slootje of zo. Ik heb haar van de sleep afgehaald en heb haar naar de fazant en de duif gestuurd. Dat ging hartstikke snel en toen had ik nog 7 minuten over om alsnog te proberen om die gans binnen te krijgen. Daar slaagden we helaas niet in, maar met een fractie meer geluk was het zowel met die smient bij A als met de gans bij B wel gelukt. Dat we dat niet voor elkaar kregen lag echt niet aan de proef, dat was gewoon domme pech.”

Zelf had Klaas niet zien aankomen wat daar op de Nimrod gebeurde, maar hij is in de ogen van heel veel anderen wel serieus kanshebber geweest. Zij hadden het volste vertrouwen in hem en Noortje. ”Die Klaas, die kon nog wel eens een eind gaan komen!”

Klaas grinnikt: “Ik ben daar helemaal niet van, ik realiseer me dat niet en ben daar ook helemaal niet mee bezig. Ik doe gewoon mijn ding omdat ik het leuk vind en omdat ik er graag mee bezig ben. Ergens halverwege de dag van de Nimrod kwam ik onderweg iemand tegen die tegen me zei dat ik op dat moment misschien wel de grootste kanshebber was. Dan ben ik echt helemaal verbaasd, maar dat was wel iemand die ons had zien werken op de MAP in Kruiningen. Dat was inderdaad een geweldige MAP:  85 en 95 punten op de A-proeven en vier keer 100 punten op de B-proeven. Supergoed natuurlijk, maar beter dan dat hebben we het daarna ook nooit meer gedaan. Op de eerste proef op de Nimrod miste ik een smient. Dan ga je er toch al nooit meer vanuit dat je nog kunt wínnen? Toen ik ook dat tweede apport miste wist ik al dat er geen AA-diploma voor mij in zat en ik ging er ook echt niet van uit dat er nog iets gewonnen kon worden. Maar hoe je het ook wendt of keert, er is altijd een combinatie de beste van de dag, de winnaar. Een keer is er geloof ik helemaal niks uitgereikt tijdens een Nimrod. Nou, als ik dat dan hoor of lees, dan denk ik echt bij mezelf van “Jongens, ga dat eens snel veranderen en geef die mensen de eer die ze toekomt, want je hoeft die AA-diploma’s dan niet uit te reiken, maar er is hoe dan ook altijd een winnaar en door er helemaal niks mee te doen geef je er een heel raar einde aan zo’n dag. De Nimrod is ook een publieksdag en een rassenwedstrijd die altijd een winnaar verdient.”

“We kunnen allemaal geluk hebben en we kunnen allemaal pech hebben”

Alles moet ook allemaal maar een keer op zijn plaats vallen. Klaas realiseert zich dan ook hoe het op een ander moment weer allemaal níet op zijn plaats kan vallen. “We kunnen allemaal geluk hebben en we kunnen allemaal pech hebben. Zo werkt dat gewoon. Dat tijdens de Nimrod geen enkele hond alle apporten binnen wist te brengen lag volgens heel veel mensen aan de proeven, maar daar ben ik het dus niet mee eens. Er zijn 1001 elementen van invloed of het wel of niet lukt. De wind kan net wegvallen of juist niet, ziet je hond iets net wel of net niet? Jaag je zelf met verstand voor of juist niet? Heb je last van stress? Reageer je op het juiste moment? Lees je je hond op de goede manier? Hoe reageer je op al die blikken die op je gericht zijn? Van dat laatste had ik van de voren gedacht dat ik daar wel wat stress van zou gaan hebben, maar tot mijn grote verbazing had ik daar tijdens de Nimrod helemaal geen last van. En ach, uiteindelijk ben ik daar ook maar om gewoon samen met mijn hond ons ding te doen en haal mijn schouders op dat het niet gelukt is om alles binnen te krijgen. Verrekte jammer, maar ook echt niet meer dan dat. Ik bel na afloop van alle wedstrijden altijd even met de fokker van Noortje, vertel dan wat er goed ging en ook wat er niet goed ging, en dan zegt ze altijd: “Jij blijft toch ook maar volhouden.” Dat klopt, maar dat is omdat ik het leuk vind, omdat ik denk dat de hond wel iets in zich heeft, de drive om dit te doen. Het zal me ook nooit vervelen. Mensen zeggen wel eens, dat het met geluk moet kunnen lukken. Ik zeg dan altijd dat je geen pech moet hebben”

Iedere voorjager zal daar waarschijnlijk wel iets in herkennen.  Klaas licht het nog verder toe: “Ja, nou, geluk kun je nog wel een beetje sturen, pech heb je niet in de hand. Kijk nu naar de hond van Roel Venema, die hond was in mijn ogen verreweg de beste van de dag, maar die bleef in dat hek hangen. Dát noem ik nou pech. Dan gaat het zo goed die dag en dan wordt je aan alle kanten ingehaald omdat daar, en op dat moment voor jou de proef ophoudt. Zo gaat dat dus. Dát is pech, dat kan iedereen overkomen.”

Foto: Anoeska van Slegtenhorst
Foto: Anoeska van Slegtenhorst

Wedstrijdhond of praktijkhond?

Vaak willen mensen een duidelijk onderscheid maken tussen een wedstrijdhond of praktijkhond. Een praktijkhond hoeft “al die kunstjes” niet te kunnen doen, en een wedstrijdhond maakt nog geen praktijkhond. Klaas is het daar echter niet mee eens: “Nee, mijn honden moeten dat allebei kunnen vind ik. Ik kan dummy’s en wild door elkaar gebruiken, mijn honden pakken het allemaal, dat maakt ze niks uit. Maar dat heb ik zo getraind. Je kunt natuurlijk ook een ander uitgangspunt nemen, hoeveel wedstrijdhonden zijn er niet die geen praktijkervaring hebben? Die honden zijn bij wijze van spreken tot op de millimeter nauwkeurig te sturen door de voorjager, maar zo gauw ze uit het zicht zijn en zelf moeten werken lukt het niet meer. Daar ging deze Nimrod ook wel een beetje over. Wat mag de hond oppakken en wat mag de hond uit eigen initiatief doen? De C-proef was daar natuurlijk een beetje voor bedoeld. Je stuurde je hond op dat haas, en halverwege werd er dan ineens een duif geschoten. Heb je heel sec een wedstrijdhond, dan zeg je misschien “nee, ik heb de hond naar dat haas gestuurd en ik wil dat hij dat doet, en absoluut niet eerst die duif gaat halen”. Deze proef ging echter precies over het tegenovergestelde: de praktijk. Ik heb Noortje daar gewoon haar gang laten gaan, daardoor had ze die duif snel, die kraai had ze snel en daarna moest ik haar nog een keer vol gas vooruitsturen naar dat haas, maar dat ging uiteindelijk ook prima. Er was daar geen vaste volgorde aangegeven hè? Als dat haas nou ‘ziekgeschoten was geweest’, ja, dán had die uiteraard het eerste binnen moeten komen. Maar dat was dus niet zo. Dan staat het je toch verder vrij? Dat geeft toch niks? Ga dan je hond niet zo onder druk zetten en laat het hem gewoon zelf lekker uitzoeken. Maar dat is uiteraard een praktijkgerichte insteek.

Houden van een balans

De Nimrod 2016 was dus vooral heel erg geënt op de praktijk. Onder het publiek waren daar wel reacties als “Ja, maar zo trainen wij onze honden toch helemaal niet?”, waarop je je kunt afvragen of je dat de organisatie van de Nimrod dan kunt aanrekenen. Je kunt er tenslotte ook voor kiezen om je honden wél zo te trainen. Klaas is van mening dat je tijdens je trainingen, zeker bij A-trainingen moet oppassen niet téveel te focussen op loepzuiver dirigeerwerk. “Door je vooral op dirigeerwerk te richten loop je het risico dat je het initiatief uit je hond traint, om die reden denk ik dat het belangrijk is om te zorgen dat je de druk niet teveel opvoert. Combineer dus dirigeeroefeningen altijd met bijvoorbeeld een verloren apport, waarbij de hond weer even zelf mag werken en de spanning een beetje uit zijn lijf kan gooien. Hou voor je hond een balans tussen druk en lekker tekeer kunnen gaan.”

Klaas heeft eerder labradors gehad, afgericht en op wedstrijden uitgebracht, maar om verschillende redenen schopte hij het niet eerder zo ver als nu met Noortje. Het was eigenlijk de combinatie van het talent van Noortje, de gedrevenheid van Klaas zelf en de omstandigheden van een trainingsgroep die elkaar naar een hoger plan tilt die hem gebracht hebben waar hij nu is geëindigd. De weg naar de Nimrod was relatief lang, maar wel ontspannen. Ze trainden een paar jaar in een MAP-masterclassgroep, waardoor strak leren dirigeren wat meer tijd nam. Ook heeft Noortje tussendoor nog een keer een nestje gehad, waardoor ze een trainingsseizoen misten en eigenlijk weer een heel stuk opnieuw moesten gaan opbouwen. In dat seizoen kregen ze niks voor elkaar, maar daarna ging het weer in een stijgende lijn. Het past wel bij Klaas, die laat zich niet opjagen door prestatie- of competitiedrang. Boven alles zijn Noortje en hij maatjes, die samen willen werken. De Nimrod is nooit een streefdoel voor hen geweest, maar Klaas vindt het wel heel leuk dat ze toch zover zijn gekomen. Hij werkt met zijn hond volgens het principe: “Blijf positief. Blijf volhouden, blijf er in geloven”. Hij besluit door te zeggen: “Blijf er in geloven, bij ons is het ook goedgekomen. Blijf dromen! En zorg dat jij en je hond er zin in blijven houden. Laat je niet beïnvloeden als iets een keer fout gaat. Leer daar van en geniet vooral van wat er allemaal goed gaat.”

Ik denk dat velen van ons, waaronder ikzelf, daar iets van kunnen leren!