Flash News
  • Hij luistert niet… Puberstreken? Ik vond vanmorgen een labrador. Gewoon bij een kom water waar ik langs liep met de honden. Terwijl ik de holle weg omhoog wandelde en…
  • Stelling: je moet een… Elke tak van sport kent zijn stellingen, vaak zijn ze duurzaam. Veel van die stellingen hebben een bijna onbeperkte houdbaarheid. Sommige worden met de tijd…
  • (On)sportief gedrag Ik heb gehoorzame en werklustige honden, een opdracht weigeren doen ze eigenlijk nooit. Een apport laten liggen omdat ze er geen zin in hebben is…
  • Checklist voor de SJP En dan is het wedstrijdseizoen weer aangebroken! De SJP zijn van start gegaan, de MAP volgen over een tijdje en elke keer vraagt het van…
  • Stropende honden Laten we het beestje maar bij de naam noemen: jachthonden die niet onder controle staan wanneer zij van de lijn gaan, die ongeoorloofd zelfstandig op…
Algemeen / Training

De 10 meest gemaakte fouten in de jachttraining

Jachthondenexpert Ben Randall benoemt de tien meest gemaakte fouten in de jachttraining

(vertaling: overgenomen van fieldsports magazine online)

1. Te veel vrijheid

Te veel vrijheid geven voordat de basiscommando’s (hierkomen, zit, blijf) er goed in zitten kunnen maken dat een hond de neiging heeft om zonder jou te gaan jagen en gewoon lekker te doen waar hij zelf zin in heeft.

Een voorbeeld: veel hondeneigenaren laten hun honden uit en laten daarbij de hond min of meer rechte lijnen op en neer rennen. Wanneer een jachthond dit vaak mag doen, zal hij gaan denken dat wanneer de lijn eenmaal afgedaan is, hij zichzelf mag vermaken. Als in: sporen oppikken, uitwerken en daarbij geen enkel gehoor meer gevend aan eender welk commando van de eigenaar dan ook. Als de hond hier een keer succes mee heeft gehad in het geval van hetzen of zelfs grijpen van wild, dan zal die neiging alleen maar erger worden.

In plaats daarvan: Begin het uitlaten altijd met een fun-trainingssessie. Start met zit, blijf, volgen en over langere afstand influiten. Daarna kun je de hond eventueel aanmoedigen om tennisballen te zoeken in het hoge gras, of deze te laten apporteren in gecontroleerde omstandigheden en omsloten gebieden.

Maak jezelf tot een centraal aandachtspunt voor je hond, zodat hij jou met leuke dingen associeert. Het zal je uiteindelijk zelfs meer aandacht voor jou opleveren.

2. Inconsequentheid

Onduidelijke boodschappen brengen een hond in verwarring en kunnen de band tussen hond en eigenaar schaden.

Stel je voor, je doet drie dagen een bepaalde oefening: Op de vierde dag verplaatst de hond zich een klein eindje van de plaats waarvan jij hem gezegd had te zitten en te blijven, en jij zegt daar niks van. Hoe moet de hond dan weten wat goed is en wat niet goed is?

In plaats daarvan: Maak vanaf dag een duidelijk hoe de regels zijn en verzeker je er van dat iedereen die ook maar iets te maken heeft met de hond deze zelfde regels hanteert. Wanneer een van de gezinsleden bij wijze van spreken dertig ballen per dag voor de hond gooit die hij gewoon mag apporteren wanneer hij dat zelf wil, dan is het wel eens goed om te proberen je hond te laten zitten en blijven terwijl jij een dummy gooit, Laat de hele familie ook af en toe eens trainingen met de hond bijwonen. Op deze manier kun je één lijn trekken.

3. Denk na over je volgende stap

Het is belangrijk om training in geleidelijke stappen te doen. De hond zou een oefening volledig moeten begrijpen voor je de volgende oefening zou gaan doen. Neem de tijd.

Voorbeeld: Een eigenaar heeft aangelijnd volgen in de tuin aangeleerd, daarbij gebruik makend van een hekje om te zorgen dat de hond dichtbij blijft lopen. Na een week gaat de lijn er af en wordt van de hond verwacht dat hij in een nieuwe omgeving, met veel afleiding hetzelfde doet. Een enorm verschil in wat er van de hond gevraagd wordt, wat resulteert in een mislukking.

In plaats daarvan: De verschillende stappen in de training zouden niet significant van elkaar mogen verschillen. Kleine veranderingen zijn voor een hond namelijk veel makkelijker te bevatten. Neem nu het volgen even als uitgangspunt: Zorg dat de hond aangelijnd perfect volgt voordat je de lijn voor zijn neus laat vallen en ga dan los volgen in een afgesloten en prikkelarme omgeving. Als de hond de vorige stap perfect beheerst maak je het stukje bij beetje moeilijker door de afstanden en de afleidingen uit te bouwen.

4. Elke hond hetzelfde benaderen

Honden zijn geen robotjes. Net als mensen hebben ze allemaal verschillende persoonlijkheden en karakters, en ze leren ook niet allemaal in hetzelfde tempo. Wat voor de ene hond werkt, werkt voor een andere misschien niet.

Voorbeeld: Bij een heel stoere en extraverte hond met veel passie, zal steadyness van jongs af aan prioriteit moeten zijn en goed ingesleten moeten zijn voordat hij aan het echte werk, apporteren en jagen toe is. Maak gebruik van dezelfde aanpak bij een schuchtere, voorzichtige hond en je hebt kans dat je hem juist ontmoedigt om te jagen.

In plaats daarvan: Wees flexibel met je trainingsaanpak en pas het aan op iedere individuele hond, kijk daarbij voortdurend naar wat wel en niet werkt. Focus vooral op de zwakke punten van een hond, en minder op zijn sterke punten.

5. Onduidelijke commando’s

Je hond kan niet doen wat je vraagt als hij niet weet wat je commando betekent. Besluit dus direct, van begin af aan welke commando’s -stem en fluit- gebruikt zullen gaan worden, en blijf die dan ook gebruiken.

Voorbeeld: Hoe vaak heb je iemand tijdens een jachtdag “zit!”, “hup!” of “kom hier en blijf nou eens naast!” aan zijn hond horen vragen? Allemaal op dezelfde toon?  De hond heeft geen idee wat elk van deze commando’s betekenen.

In plaats daarvan: Neem een commando voor “zit!”, een voor het volgen, een voor het hierkomen en blijf deze volgen deze tijdens de rest van de training. Dit geldt ook voor je fluitcommando’s. Let ook op de intonatie die je gebruikt. Simpele, korte en makkelijk te begrijpelijk commando’s zijn belangrijk. En zorg er voor dat de hond naar je kijkt voordat je een handgebaar geeft.

6. Luidruchtig voorjagen

Honden hebben een erg goed gehoor, je hebt het niet nodig om te schreeuwen. Rustige, beheerste commando’s die niet worden herhaald of overmatig vaak worden gebruikt kenmerken vaak een goede voorjager.

Bijvoorbeeld: Honden luisteren niet alleen naar woorden, maar ook naar toon en volume van een commando. Als de hond er aan gewend is om op een luid uitgesproken zitcommando te gaan zitten wanneer hij een meter bij je vandaan is, dan zal hij datzelfde volume en diezelfde toon ook verwachten als hij dertig meter bij je vandaan is. Luid gegeven commando’s in de training worden in het jachtveld al snel geschreeuwde commando’s.

In plaats daarvan: Blijf kalm en gebruik rustige maar duidelijke commando’s wanneer je dicht bij je hond bent. Doe dit van pup af aan. Op deze manier zal de hond gaan opmerken wanneer je toon verandert. Wanneer je je hond eenmaal een commando geeft, de hond je gehoord heeft maar er voor kiest om het niet op te volgen, haal dan rustig je hond terug naar de plek waar je het commando gaf en geef het commando dan opnieuw waarbij je er voor zorgt dat je hond gehoorzaamt.

7. In de stress schieten

Als we iets niet leuk vinden, hoe moet je dan gemotiveerd blijven om door te gaan? Dat geldt voor honden precies zo. Training zou ontspannen en leuk moeten zijn, zowel voor jou als voor je hond.

Voorbeeld: bij het trainen van eender welke hond dan ook is geduld belangrijk. Je zelfbeheersing verliezen en schreeuwen gedurende een trainingssessie op een moment dat dingen niet lekker lopen zal het alleen maar erger maken en de band tussen hond en voorjager slechter maken. Honden voelen wanneer je gespannen en gestrest bent en dit zal de trainingen negatief beinvloeden.

In plaats daarvan: Laat het trainen van je hond gewoon maar even uit je hoofd wanneer je gestrest bent. Ga pas trainen als je zelf ontspannen bent en verzeker je er van dat je hond er plezier in heeft. Iedere training zou goed doordacht moeten zijn om dingen die eerder niet lekker liepen in de training aan te kunnen pakken.

8. Te vaak falen

Wanneer een hond te vaak geen succes heeft in de training, zal hij het vertrouwen gaan verliezen.

Bijvoorbeeld: Je probeert om een hond, die dat nog niet goed geleerd heeft, bij ongunstige wind op een verloren apport in dichte dekking te sturen. De hond krijgt er genoeg van dat hij geen succes heeft en verliest het vertrouwen in zijn eigen kunnen, waarna hij steeds minder enthousiast wordt om nog de dekking in te gaan.

In plaats daarvan: Zorg er voor dat de training altijd leuk is, en dat je deze positief beëindigt. Zet oefeningen zodanig op dat de hond bijna gegarandeerd succes zal hebben. Als de hond er niet in slaagt, maak het dan iets eenvoudiger en laat hem dan opnieuw zien wat er van hem gevraagd wordt.

9. Te vaak herhalen

Hoewel het cruciaal is dat een hond absoluut elk onderdeel van zijn training begrijpt, kan in korte tijd teveel van hetzelfde het enthousiasme behoorlijk temperen.

Voorbeeld: voor de meeste honden is een markeerapport op een open terrein een erg rechtlijnige oefening als ze de basis eenmaal onder de knie hebben. Door te vaak zulke apporten te doen kan de oefening gaan vervelen en de hond wordt minder enthousiast.

In plaats daarvan: Zorg voor variatie en houd de hond geïnteresseerd. Dit betekent niet per se dat de moeilijkheid van de training moet toenemen. Gebruik verschillende formaten en verschillend gevormde dummy’s om te laten apporteren. Raap zelf de meeste van de dummy’s op en probeer je honden er vandaan te roepen. Werk daarbij in verschillende terreinen.

10. Achterover hangen

Ga nooit op je lauweren rusten. Stopt een sportman na het bereiken van een bepaald niveau? Natuurlijk niet, en hetzelfde geldt voor je hond.

Voorbeeld. Je hebt er hard voor gewerkt en je hond is de perfecte metgezel in het veld. Steady, enthousiast en efficiënt. Klaar. Wanneer het jachtseizoen echter voorbij is worden de trainingen steeds minder frequent tot aan het moment dat ze bijna compleet zijn stilgevallen. Je consequentheid richting je hond wordt wat minder en voordat je er erg in hebt sluipen er slechte gewoontes in..

Blijf daarom trainen en doe eens wat nieuwe oefeningen om de boel een beetje fris te houden. Werk aan zwakke punten die je tijdens het jachtseizoen hebt opgemerkt. En stem je trainingen daar ook op af.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *