Flash News
  • Hij luistert niet… Puberstreken? Ik vond vanmorgen een labrador. Gewoon bij een kom water waar ik langs liep met de honden. Terwijl ik de holle weg omhoog wandelde en…
  • Stelling: je moet een… Elke tak van sport kent zijn stellingen, vaak zijn ze duurzaam. Veel van die stellingen hebben een bijna onbeperkte houdbaarheid. Sommige worden met de tijd…
  • (On)sportief gedrag Ik heb gehoorzame en werklustige honden, een opdracht weigeren doen ze eigenlijk nooit. Een apport laten liggen omdat ze er geen zin in hebben is…
  • Checklist voor de SJP En dan is het wedstrijdseizoen weer aangebroken! De SJP zijn van start gegaan, de MAP volgen over een tijdje en elke keer vraagt het van…
  • Stropende honden Laten we het beestje maar bij de naam noemen: jachthonden die niet onder controle staan wanneer zij van de lijn gaan, die ongeoorloofd zelfstandig op…
Algemeen / Training / Wedstrijden

Uitsturen en komen op bevel

Naast het volgen en houden van de aangewezen plaats is ook ‘uitsturen en komen op bevel’ een appeloefening zoals je die moet afleggen tijdens een Standaard Jachthondenproef (SJP).

Foto: Anoeska van Slegtenhorst

Artikel A7. van het Algemeen Wedstrijdreglement Jachthondenproeven legt uit wat deze proef inhoudt.

  1. De hond moet zonder halsband of lijn worden uitgezonden en over een afstand van ongeveer 30 meter voldoende vrij in beweging zijn.
  2. Daarna moet de hond op bevel naar de voorjager komen.
  3. De voorjager moet dit bevel onmiddellijk geven, nadat de keurmeester hem dit opdraagt.

Beoordeling van de proef

Algemeen

Het uitsturen van de hond in een door de voorjager gekozen richting is toegestaan, mits de hond op een afstand van ongeveer 30 meter toont dat hij voldoende vrij is. De voorjager dient in zekere mate op zijn plaats te blijven. Een stukje meelopen is toegestaan maar leidt tot puntenaftrek. Voor wat betreft het “kom-signaal” kan een combinatie van attentie en uitvoeringssignaal als één bevel worden beschouwd.

Voldoende

De proef is voldoende afgelegd door de hond die naar het oordeel van de keurmeester binnen één minuut nadat met de proef is gestart, voldoende vrij is en voldoende afstand heeft genomen en vervolgens, na niet meer dan drie bevelen,binnen redelijke tijd bij zijn voorjager komt, zodat deze hem ter plaatse kan aanlijnen.

Volmaakt

De proef is volmaakt afgelegd door de hond die na één bevel direct uitgaat, na snel voldoende afstand te hebben genomen zich in alle vrijheid beweegt en vervolgens,na één bevel, onmiddellijk en zeer snel komt en zonder daartoe een afzonderlijke aanwijzing te hebben gekregen, dus uit zich zelf, aan de voeten van zijn voorjager gaat zitten.

Eenvoudig, maar niet makkelijk

Het is een basale proef, maar hij is helemaal niet zo makkelijk. Je moet de hond bij je vandaan sturen, iets waar veel combinaties moeite mee hebben. Zoals in het reglement staat, is het de bedoeling om de hond vrij uit te sturen. De hond moet dus in vrijheid bij de voorjager vandaan willen gaan. Als de hond dan voldoende op afstand is moet hij weer teruggeroepen worden. Hoewel staande honden vaak van nature wat makkelijker bij de voorjager vandaan gaan dan retrievers, blijft het toch lastig om de hond op niks af ruimte te laten nemen en dan weer terug te roepen. Jonge honden willen vaak wel vertrekken omdat ze nog de illusie hebben dat er dan daar wat te doen is. Daarentegen zijn ze soms lastig terug te roepen omdat ze uit de hand raken of omdat ze niet lijken te kunnen geloven dat ze echt niks mee hoeven te nemen. Ervarener honden komen vaak prima, maar zijn soms bijna niet weg te sturen en al helemaal niet als ze al wat vaker op een proef hebben gestaan.  Die weten al lang dat de voorjager ze na een zekere afstand toch weer terugroept. Daar anticiperen ze op en hebben dan weinig haast om van de voorjager weg te gaan.

Wat je vaak ziet is dat voorjagers hun honden wegsturen met het commando “vooruit!”, hetzelfde commando waarmee ze ook dirigeren. Er zijn keurmeesters die hier punten voor aftrekken, de hond moet immers vrij uitgestuurd en niet gedirigeerd worden. Veel voorjagers incasseren dat verlies dan maar, aangezien zij hun honden anders niet bij zich vandaan krijgen.

Foto: Marielle Vlaar

Uitsturen als basis voor dirigeren

Het is begrijpelijk als voorjagers dit op deze manier doen, maar er zitten dus wel nadelen aan. In beginnersgroepen wordt vaak op deze manier getraind voor deze proef. Een aantal jaar geleden liep ik daar weer tegenaan: ik moest mijn jonge hond over een pad vooruitsturen en daarna weer terugroepen. De trainer was van mening dat ik het commando “Ga maar!” niet moest gebruiken voor het wegsturen van mijn hond, dat vond hij veel te vrijblijvend. Het feit dat de jonge hond niet onmiddellijk terugkwam op commando zou die stelling bevestigen. Dat mijn jonge (voorstaande) hond vlak daarvoor op de plek waar ik haar naartoe stuurde een fazant had zien lopen deed kennelijk niet ter zake… Ik gaf bij de trainer aan dat dat toch volgens mij de bedoeling van die oefening was: vrij uitsturen en komen op bevel. Maar dat moest ik volgens de trainer aanleren met “vooruit”, en dan kon je in één moeite door ook een basis leggen voor het lijnen lopen…

En dat laatste, daar ben ik het dus niet mee eens. Wanneer ik een hond wil leren om een aangegeven lijn te volgen, dan lijkt mij dat herhaaldelijk terugfluiten van die aangegeven lijn wel zowat het onverstandigste is dat je kunt doen. Zeker in de aanleerfase! Ik zou veel te bang zijn om een “vrager” te creëren: een hond die tijdens een dirigeerproef om de twintig meter omdraait voor een extra commando “vooruit” van de voorjager. Vrij uitsturen en vooruit sturen beschouw ik dus als twee aparte oefeningen met elk een eigen aanpak.

Aangeleerd kunstje

Terug naar uitsturen en komen op bevel: ik heb in de jaren dat ik jachthondenproeven met mijn honden loop wel ontdekt dat deze proef eigenlijk vooral een aangeleerd kunstje is, en zo leer ik het mijn honden dan ook. Tijdens de wandelingen zoek ik regelmatig even een open stuk op, roep de honden aan de voet en ga spanning opbouwen. “Let op, wat is daar? (ik maak dan een vaag gebaar naar iets denkbeeldigs in de verte om de honden te laten focussen op wat dan ook in de verte) waaachten… (schijnbeweging maken), wáchtennn… (nog een keer focussen), waaaachten….GA MAAR!” Tegelijk met dat commando geef ik dan met mijn rechterhand een losse wapper, bij het vooruitsturen gebruik ik altijd uitsluitend mijn linkerhand. Omdat ik de honden al op heb zitten jutten op de suggestie van iets in de verte, zijn ze meer dan bereid om een sprint te trekken en op verschillende afstanden fluit ik ze dan weer terug. Soms dichterbij, soms op wat grotere afstand. De honden weten wel dat er niks is en dat ik ze weer terugfluit, maar ik heb er een spelletje van gemaakt waarbij ze even de pootjes mogen strekken. Door dit van tijd tot tijd eens te doen heb ik mijn honden geleerd dat ze zo nu en dan even een eindje bij me weg mogen/moeten sprinten en dat er iets lekkers volgt als ze direct op mijn fluitje weer terugkomen. Uiteraard proberen ze wel eens of ze die beloning al mogen halen, dan draaien ze zich om op de afstand waarop ze verwachten dat ik ze terug zal roepen, maar dan stuur ik ze onverbiddelijk verder weg met “Ga maar!”. Ze mogen echt pas weer bij me komen als ik ze roep, en dán volgt er iets lekkers. Eerder niet. Ik heb de honden dus eigenlijk geleerd dat ze weg moeten en dat ze niet bij me in de buurt mogen komen totdat ik ze roep. Dat is natuurlijk best een rare oefening, maar door er samen met de honden iets leuks van te maken doen ze het toch altijd wel graag.

Op een proef doe ik dat dus net zo, samen fixeren op de horizon, spanning opbouwen en dan vrij geven. Het werkt vrijwel altijd. Soms lukt dat iets minder goed doordat de hond afgeleid is. Bijvoorbeeld omdat je op een veld staat met veel wildgeuren, of dat pas gegierd is bijvoorbeeld. Maar in zo’n geval heb ik het dwingender vooruit-commando dan nog als reserve-optie. Het komen op één fluitcommando lukt ook altijd wel, al willen mijn honden nog wel eens met een grote boog terugkomen. Dat vind ik dan weer niet zo erg, want ik weet dat ze toch wel terugkomen. Zou ik er extra druk op zetten om ze sneller terug te laten komen, dan loop ik weer net kans dat ze een volgende keer weer minder graag bij me vandaan willen gaan. Ik realiseer me dat de manier waarop ik dit als een kunstje aanleer voor staande honden wellicht makkelijker aan te leren is dan voor retrievers, maar toch is het ook voor voorjagers met retrievers wellicht de moeite van het proberen waard…

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *