De standaard jachthondenproeven (SJP) worden gehouden van ongeveer half juli tot begin oktober. Ze worden gehouden onder auspiciën van Orweja (Organisatie Wedstrijdwezen Jachthonden) en kunnen zowel georganiseerd worden door de gewesten als door rasverenigingen.

De SJP’s bestaan uit vijf, acht of tien onderdelen, afhankelijk van het niveau dat je aflegt. De aanduiding ‘standaard’ betekent dat de proeven altijd hetzelfde zijn. Bij iedere SJP leg je dus dezelfde proeven af. De variatie zit hem in het terrein en in de volgorde waarin je ze die dag moet afleggen.
De tien onderdelen van een SJP zijn allemaal gebaseerd op situaties zoals je die in de praktijk tegen zou kunnen komen. Er zijn drie appelonderdelen en de andere zijn apporteeronderdelen. Voor ieder apart onderdeel krijg je een cijfer tussen de 6 en de 10, die voor het diploma allemaal bij elkaar worden opgeteld.
A: aangelijnd en los volgen
B: uitsturen en komen op bevel
C: houden van de aangewezen plaats
D: kort apport te land van een konijn
E: apport uit diep water
Deze vijf proeven moeten voldoende worden afgelegd voor een C diploma.
Minimaal aantal punten voor een C-diploma is 30, maximaal is 50
F: verloren apport te land van een eend
G: markeerapport te land van een eend
H: apport over diep water van een eend
Deze drie proeven moeten samen met de eerste vijf proeven voldoende worden afgelegd voor een B diploma
Minimaal aantal punten voor een B-diploma is 48, maximaal is 80
I: dirigeerapport van een duif
J: Sleepapport van een eend
De laatste twee proeven moeten met de proeven A t/m H voldoende worden afgelegd voor een A-diploma. Daarnaast is het zo dat er voor de proeven D tot en met H, dus alle apporteeronderdelen gemiddeld een 7 behaald moet zijn.
Minimaal aantal punten voor een A-diploma is 65, maximaal is 100


De reglementen zijn te vinden in het Algemeen Reglement Jachthondenproeven, ook wel bekend als het Rode Boekje, dit is als PDF te downloaden op de site van Orweja.
Tip: sla het Rode Boekje op in je smartphone!