Teckels, grote honden in klein formaat.
Oorspronkelijk werden teckels ingezet voor de jacht op das (vandaar ook de benaming dashond) en vos. Ze werden dan de burchten ingestuurd en moesten zelfstandig de tegenstander doden of op de plek zien te houden. Vossen, maar ook dassen zijn geduchte tegenstanders, en je kunt je dus wel voorstellen dat dat om honden met een stevig karakter vraagt. De teckel is in de fokkerij dan ook decennialang geselecteerd op moed, doortastendheid en vasthoudendheid. Een teckel is dus allesbehalve een watje. Het zijn intelligente, zelfstandige en pittige honden met veel jachtpassie en een groots karakter.
In Nederland wordt de teckel nog altijd ingezet voor bouwjachten zoals waar hij oorspronkelijk voor bedoeld was. Alleen nog op de vos, want de das is al heel lang beschermd in Nederland, dus deze mag helemaal niet meer bejaagd worden. In Nederland zijn drijfjachten op grofwild niet toegestaan, maar in het buitenland worden teckels daar ook voor ingezet, evenals bouwjachten op vos en das. Daarnaast worden teckels in binnen- en buitenland zeer veel ingezet voor zweetwerk, de nazoek van grofwild.

Teckels zijn er in drie formaten, die niet worden bepaald aan de hand van de schofthoogte, maar aan de hand van de borstomvang. Je hebt de volgende maten:
- De standaard, met een borstomvang van 35 cm of groter, met een gewicht van rond de 10 kilo
- De dwerg, met een borstomvang van 30 tot 35 cm, met een gewicht tussen de 5 en 7 kilo
- De kaninchen, met een borstomvang tot 30 cm, met een gewicht tussen de 4 en 5 kilo
Binnen het ras vinden we drie vachttypes: langhaar, korthaar en ruwhaar. De drie vachttypen hebben duidelijk verschillende karakters. De kortharige variant is het oudste type teckel, zeer aanhankelijk, maar vaak wat gereserveerd naar vreemden. De langhaar is ontstaan door inbreng van setters en spaniels, en behalve de kleur en bevedering lijken ze ook het wat zachtere karakter daar vandaan te hebben. De ruwhaar tot slot is ontstaan doordat er in de fokkerij is gebruik gemaakt van een aantal terriërrassen. De ruwhaar heeft een vasthoudend karakter en is de meest geziene teckel in de jacht.

Naar mensen toe zijn teckels trotse, aanhankelijke en uitgekookte honden. Ze lijken haarfijn aan te voelen hoe ze hun baas om de pootjes kunnen winden en zullen dan ook geen kans onbenut laten om dat ook te doen. Dit trekje maakt de teckel tot een onweerstaanbaar hondje dat dankzij zijn markante karakter en jachtverstand nog altijd een populaire hond is binnen het jachtbedrijf.