Flash News
  • Hij luistert niet… Puberstreken? Ik vond vanmorgen een labrador. Gewoon bij een kom water waar ik langs liep met de honden. Terwijl ik de holle weg omhoog wandelde en…
  • Stelling: je moet een… Elke tak van sport kent zijn stellingen, vaak zijn ze duurzaam. Veel van die stellingen hebben een bijna onbeperkte houdbaarheid. Sommige worden met de tijd…
  • (On)sportief gedrag Ik heb gehoorzame en werklustige honden, een opdracht weigeren doen ze eigenlijk nooit. Een apport laten liggen omdat ze er geen zin in hebben is…
  • Checklist voor de SJP En dan is het wedstrijdseizoen weer aangebroken! De SJP zijn van start gegaan, de MAP volgen over een tijdje en elke keer vraagt het van…
  • Stropende honden Laten we het beestje maar bij de naam noemen: jachthonden die niet onder controle staan wanneer zij van de lijn gaan, die ongeoorloofd zelfstandig op…

Veldwedstrijden voor staande honden

Veldwedstrijden voor staande honden zijn wedstrijden waarin de honden hoofdzakelijk worden beoordeeld op hun natuurlijke aanleg voor het werk voor het schot. Zij moeten dus laten zien of zij in staat zijn op effectieve, rastypische wijze een veld af te jagen op zoek naar fazant of patrijs, en nadat het wild is gevonden moeten de honden het voorstaan. Deze wedstrijd worden in het voorjaar en in het najaar georganiseerd en er bestaan verschillende type veldwedstrijden.

  • Quête à la Francaise
  • Continentaal I of II wedstrijden
  • Nationale kampioenschapsveldwedstrijden
  • Internationale kampioenschapsveldwedstrijden
  • Koppelveldwedstrijden

Dan kan op drie niveaus deelgenomen worden:

  • Jeugdklasse
  • Noviceklasse
  • Openklasse

De Quête à la Francaise is een wedstrijd waarbij geen beperkingen worden gesteld aan de breedte van de zoekwijze van de hond. Met andere woorden: hij mag zo ver gaan als hij maar wil, zolang hij niet uit zicht verdwijnt en niet te ver vooruit loopt. Dit zijn de wedstrijden voor Britse staande honden, vanwege hun ruime zoekwijze.

Continentaal I of II wedstrijden zijn veldwedstrijden voor continentale staande honden, die afhankelijk van hun zoekwijze zijn ingedeeld in de rubrieken continentaal I of continentaal II. Continentaal I honden horen ruimer te jagen dan continentale honden uit rubriek II

Een nationale kampioenschapsveldwedstrijd is een wedstrijd waarbij honden een CACT (Certificat d’Aptitude au Championnat de Travail) kunnen krijgen. Dit is een kampioenschapscertificaat waar vaak in combinatie met andere kampioenscertificaten (werk)titels mee verkregen kunnen worden.

Op internationale kampioenschapswedstrijden kunnen de honden een CACIT (Certificat d’Aptitude au Championnat International de Travail) krijgen. Dit is een internationaal erkend kampioenschapscertificaat. Ook hiervoor geldt dat ze onderdeel kunnen uitmaken van de voorwaarden voor toekenning van (werk)titels.

Ze worden niet veel uitgeschreven, maar bij koppelwedstrijden lopen gelijktijdig twee honden samen met hun voorjagers in het veld. Het is een bijzonder schouwspel, omdat de honden enerzijds elkaars concurrent zijn, maar anderzijds moeten kunnen samenwerken. De voorstaande hond moet gerespecteerd worden door de andere hond en ze mogen elkaars pad niet kruisen. Het is echt de bedoeling dat iedere hond een deel van het te bejagen perceel voor zijn rekening neemt.

Foto: Milou Snel

Tijdens al deze wedstrijden krijgen voorjager en hond wanneer zij aan de beurt zijn een loop waarin zij samen in het veld moeten laten zien hoe de hond werkt voor het schot. De keurmeester loopt met je mee in het veld en houdt nauwlettend alles in de gaten. Hoe lang die loop duurt hangt een beetje af van de klasse waarin je loopt. In de jeugdklasse staat daar vaak tien tot vijftien minuten voor, in de noviceklasse meestal ook nog wel, maar in de openklasse wordt zeer streng gekeurd en er worden hoge eisen aan de honden gesteld. En verschillende uitsluitende fouten kunnen leiden tot vroegtijdig beëindigen van de loop. Als de hond het veld goed heeft afgezocht, wild heeft gevonden en voorstaat, maakt de hond ‘een punt’. Het is dan vervolgens zaak dat de voorjager naar de hond gaat om deze ‘te bedienen’. De hond hoort te wachten tot de voorjager bij hem is en een commando tot uitstoten krijgt. De hond moet dan op commando een beweging naar voren maken die het wild doet opvliegen en de voorjager moet dan met een alarmpistool een schot lossen. Enerzijds om de schotvastheid van de hond te toetsen, maar anderzijds om het punt te kunnen ‘claimen’.

Aan de jeugdklasse kunnen honden deelnemen tot de leeftijd van 2 jaar, daarna moeten ze de openklasse in. Het ‘gat’ in het niveau tussen de jeugdklasse, waarin nog zeer veel kan en mag, en de openklasse is echter behoorlijk groot en daarom wordt een beperkt aantal wedstrijden in de noviceklasse uitgeschreven. In de noviceklasse kunnen honden worden ingeschreven die ouder zijn dan 2 jaar, maar die nog geen kwalificatie hebben gehaald op een kampioenschapswedstrijd. De noviceklasse wordt dan ook milder gekeurd dan de openklasse.

Foto: David Luteijn

Hoewel dezelfde eisen worden gesteld tijdens de voorjaars- en de najaarswedstrijden verschillen deze toch op bepaalde punten. Ten eerste zijn de percelen waarop gelopen wordt anders. In het voorjaar bestaan deze vooral uit landbouwakkers met bijvoorbeeld oude maïs- of graanstoppel, afgewisseld door ruige randjes of slootjes waarin dekking is te vinden voor het wild. In het najaar bestaan de percelen vooral uit akkers met najaarsgewassen zoals bieten, aardappelen of graanstoppels. De honden die ingeschreven zijn in de jeugd- en noviceklasse kunnen zowel in voorjaarveldwedstrijden als najaarsveldwedstrijden punten maken op fazant en patrijs. Voor honden in de openklasse is dat anders, zij kunnen in het voorjaar uitsluitend een punt maken op patrijs en in het najaar op beide soorten veerwild. Anders dan in het voorjaar, moeten de honden in het najaar ook nog een apport verrichten. Dit geldt voor alle honden, met uitzondering van de honden in de jeugdklasse. Ook mogen de verenigingen voor Britse staande honden allemaal één keer een veldwedstrijd uitschrijven waarbij de honden niet hoeven te apporteren. Honden die weigeren te apporteren verspelen daarmee hun eventuele kwalificatie

Wanneer een punt gemaakt en geclaimd is, en wanneer in het najaar door de honden een correct apport is uitgevoerd, beslist de keurmeester over de kwalificatie die wordt toegekend. Deze kwalificaties gaan van Goed, Zeer Goed naar Uitmuntend. Na behalen van een veldwerkkwalificatie kun je bij Orweja een kwalificatiekaart aanvragen waarmee je een gebruikshondenverklaring kunt aanvragen. Met een gebruikshondenverklaring kun je op tentoonstellingen inschrijven in de gebruikshondenklasse. Een hoge exterieurbeoordeling behalen in de gebruikshondenklasse betekent dat je hond zowel qua exterieur als qua werkeigenschappen voldoet aan de rasstandaard. Hiermee zou je hond een waardevolle bijdrage kunnen leveren in de fokkerij.

Een gebruikshondenverklaring
Een gebruikshondenverklaring

In het supplement voor staande honden wordt de exacte regels voor veldwedstrijden beschreven, hoe deze beoordeeld worden, en welke werktitels er onder welke voorwaarden kunnen worden toegekend. Het is te downloaden via de website van Orweja.