Als je een jachthond wilt africhten, dan ontkom je er niet aan om met koud wild te trainen. Het is daarbij zaak om op een verantwoorde manier met je wild om te gaan. Meerdere keren gebruiken als het even kan, en als je er meerdere honden tegelijk mee kunt trainen is dat helemaal mooi. Maar wat nu als je een prachtige vers geschoten eend of fazant hebt? Daar kun je in de keuken wel iets lekkers van maken, maar hij zou toch ook wel heel erg fijn zijn om mee te kunnen trainen. Zeker zo’n fazant, want daar trainen de meesten ook niet dagelijks mee…
Ik doe wel eens allebei. Met een aantal soorten kleinwild kun je zowel het vlees benutten als voor trainingsdoeleinden behouden, en ik zal je hier uitleggen hoe:
Als je bijvoorbeeld een fazant heb gekregen, dan is het natuurlijk hartstikke zonde om die niet op te eten. Het is heerlijk vlees met een verfijnde wildsmaak. Maar als het nog een mooie en betrekkelijk gave fazant is, dan is het ook een mooi stuk om de hond nog een keer mee te trainen. Tenslotte moet een jachthond die ook kunnen apporteren, nietwaar? Hoe kun je dan kool en geit, of in dit geval vlees en lijf sparen? Als je voorzichtig de huid op de borst opensnijdt en deze over de borstfilets lostrekt, voorzichtig uiteraard, want de huid moet niet per ongeluk scheuren, dan kun je de borstfilets er uitsnijden. Daarna kun je de plek weer opvullen met proppen kranten tot de huid er weer enigszins strak overheen kan worden gelegd. Vervolgens zet je het geheel vast met elastieken, of je naait het dicht met flossdraad. Zo, dat het weer enigszins solide aanvoelt, en dan kan het wild nog uitstekend een paar keer gebruikt worden om mee te trainen.
Dit kun je met eenden, fazanten of ganzen prima zo doen. Probeer het maar eens, op deze manier kun je je wild optimaal benutten!