Flash News
  • Hij luistert niet… Puberstreken? Ik vond vanmorgen een labrador. Gewoon bij een kom water waar ik langs liep met de honden. Terwijl ik de holle weg omhoog wandelde en…
  • Stelling: je moet een… Elke tak van sport kent zijn stellingen, vaak zijn ze duurzaam. Veel van die stellingen hebben een bijna onbeperkte houdbaarheid. Sommige worden met de tijd…
  • (On)sportief gedrag Ik heb gehoorzame en werklustige honden, een opdracht weigeren doen ze eigenlijk nooit. Een apport laten liggen omdat ze er geen zin in hebben is…
  • Checklist voor de SJP En dan is het wedstrijdseizoen weer aangebroken! De SJP zijn van start gegaan, de MAP volgen over een tijdje en elke keer vraagt het van…
  • Stropende honden Laten we het beestje maar bij de naam noemen: jachthonden die niet onder controle staan wanneer zij van de lijn gaan, die ongeoorloofd zelfstandig op…
Algemeen / Training

Harde of gevoelige hond?

“Het is een lief ding hoor, maar wel keihard. Ik heb nog nooit zo’n harde hond gehad.” De man zei het niet uit beklag, het was een constatering. Ik vroeg hem hoe die hardheid zich dan uitte, en de man antwoordde: “Als hij weer zo vervelend loopt te springen, dan kan ik boos worden, hem een correctie geven, een lel voor zijn harses verkopen, maar het scheelt hem niks. Hij gaat alleen nog maar harder tegen je aanspringen…” Op dat moment wist ik helaas genoeg. De hond vertoonde dit gedrag niet omdat het een harde hond was die zich niks van correcties aantrok. Dit gedrag was naar mijn mening eerder een bewijs van het tegenovergestelde, namelijk van het gevoelige karakter van deze hond. Het stuitergekke gedrag dat de man beschreef herken ik maar al te goed. Het is exact het gedrag dat de moeder van deze hond vertoont wanneer ze over haar theewater aan het raken is. Onrustig worden, stuiteren en bij de baas opdringen om haar spanning af te reageren. Ik heb de man verteld hoe ik het interpreteerde en dat werd geloof ik voor kennis aangenomen. Hopelijk is er iets met die kennis gedaan, want ik vond het erg sneu voor de hond.

Harde honden of gevoelige honden, we kunnen vaak de honden die we zien er wel mee omschrijven, maar hoe zou je ze als type omschrijven? En nog belangrijker, hoe zou je zulke honden moeten trainen? Welke aanpak vraagt dat?

Uit de oude doos: ‘De gebruikshond in de praktijk’ van Eiserhardt Hegendorf 1e druk.

In het hoofdstuk XII, De wijze van omgaan met harde en met gevoelige honden, schrijft Hegendorf over harde en gevoelige honden:

“…We onderscheiden dus harde en gevoelige honden, en daaruit kan men afleiden, dat de ontwikkelingsgang van de ene categorie zich toch wel essentieel zal onderscheiden van de ontwikkelingsgang der tweede. Het enorme verschil in karakter tussen harde en gevoelige honden bewijst onmiddellijk dat ieder dogmatisch africhtingssysteem óf naar de ene óf naar de andere kant brokken moet maken. Aangezien binnen beide karaktergroepen echter nog een eindeloos aantal graduele variaties voorkomt, maakt een dergelijk star systeem naar álle kanten brokken.”

Nou, daar zegt hij zo eens wat. Wat Hegendorf in mijn ogen heel terecht opmerkt, is dat hondentraining helemaal niet zo zwart-wit is, en wie wel volgens een ‘one size fits all’-systeem honden wil africhten zal in zijn ogen onherroepelijk brokken gaan maken. Hegendorf licht dat verder toe door te schrijven:

“Onder een “harde”hond verstaan we niet in de eerste plaats een hond die moeilijk af te richten is, zelfs niet in de eerste plaats de weerspannige en zelfs tot actief verzet neigende hond, en minder nog de honden die in hun jeugd bedorven zijn door een verkeerde wijze van opvoeden, door helemaal geen opvoeding, of doordat zij ettelijke malen van eigenaar en africhter veranderd zijn, waardoor zij onverschillig geworden zijn en schijnbaar van alles de brui geven. Een harde hond is allereerst de hond, die iedere onaangename ervaring, ieder onlustgevoel onmiddellijk van zich afschudt. (…) , de roofwildverdelger die in zijn eerste -toevallige- ontmoeting met vos of das erbarmelijk wordt afgetuigd, en korte tijd daarop nummer twee kordaat te lijf gaat. Dat zijn harde honden. Deze hardheid sluit volgzaamheid ten opzichte van hun geleider in het geheel niet uit!

Een harde hond is in de ogen van Hegendorf dus niet een uitgesproken moeilijk af te richten hond, en ook niet een hond die om wat voor reden dan ook in verzet gaat. Een harde hond is een hond die zich makkelijk verpakt, zich snel over een negatieve ervaring heenzet. Expliciet noemt hij dat een harde hond helemaal niet per se een minder baasgerichte hond hoeft te zijn. Hij voegt daar vervolgens het volgende aan toe:

“Dat het desondanks meestal de harde hond, die tot actief verzet neigt, bewijst alleen maar dat hij op een speciale manier geleid moet worden, en dat hij, indien men hem verkeerd behandelt, zich op de duur volkomen van zijn baas afwendt.”

In moderner Nederlands: met een zogenaamde harde hond is prima te werken, als je de juiste aanpak maar weet te bepalen. En dat hoeft helemaal niet met een harde aanpak te zijn, dat is een kwestie van op de juiste manier motiveren.

Standaardwerk

‘De gebruikshond in de praktijk’ was zeer lange tijd hét standaardwerk voor iedereen die (jacht)honden africhtte. De auteur was duidelijk een groot hondenliefhebber, en hoewel een aantal van de in dit boek beschreven methoden anno 21e eeuw nogal gedateerd en soms zelfs barbaars overkomen, is het wel een feit dat Hegendorf op basis van de kennis van toen een helder beeld had van honden.

Hij beschrijft aan de andere kant honden met een gevoelig karakter, al gaat hij er wat minder diep op in dan op de zogenaamde harde honden:

“Bij de uitgesproken gevoelige hond dienen we ons in dit opzicht* krachtdadig beperkingen op te leggen. Niet alleen dat een gevoelige hond vatbaarder is voor indrukken, en in het bijzonder voor onaangename indrukken, de onlustgevoelens die hierdoor in hem worden opgewekt, werken ook langer, soms zelfs maandenlang, bij hem na.”  

*waarbij Hegendorf refereert aan het stevig aanpakken van een hond.

Wat voor type past er bij jou?

Ik hoor wel eens van mensen die zich beklagen over het gevoelige karakter van hun hond. Die hebben dan een hond met een zacht karakter, en kunnen daar om wat voor reden dan ook zelf niet mee uit de voeten. Er wordt dan gezegd dat men graag een hond heeft met het nodige incasseringsvermogen, een harde hond die je wel een keertje aan kunt pakken. Dat is een keuze en je moet natuurlijk vooral de hond kiezen die bij je past, laat dat voorop staan. Je zou het ook als een uitdaging kunnen zien om een gevoelige hond hebben, hoe lastig daar soms ook mee te werken is. Een gevoelige hond maakt dat je soms twee stappen terug moet doen voordat je weer een stap vooruit kunt gaan en zo’n hond verlangt dan ook wel de nodige creativiteit van de voorjager om er uit te kunnen halen wat er in zit.

Het is vooral heel belangrijk om een goede inschatting te maken van het karakter van je hond en daarnaast om het gedrag dat de hond laat zien correct te interpreteren. Verder is het uitgesproken harde of gevoelige karakter van een hond naar mijn idee ook niet zo vastomlijnd. Een hond kan in het werk wel een bikkel zijn maar tegelijkertijd vreselijk gevoelig zijn voor de stemming van de voorjager. Een hond kan ook een dweil in het jachtveld zijn en zich totaal niks aantrekken van een correctie van de voorjager. Het zou ook nog kunnen zijn dat zo’n hond in het jachtveld wel degelijk een heel gevoelige hond is, maar dat hij zich heeft afgesloten voor zijn baas omdat die hem niet weet te motiveren. Kortom: het is inderdaad allemaal niet zo zwart-wit en gedrag kan wel een heel andere motivatie hebben dan dat we in eerste instantie denken.

Zo hond, zo voorjager?

Foto: Helga Teunissen

Zoals er dus harde en gevoelige honden zijn, en daar nog allerlei nuances daartussen, zo beschrijft Hegendorf ook verschillende soorten handlers: als eerste de “harde” voorjagers, die van zichzelf weten dat een gevoelige hond ze niet ligt. Als tweede de voorjagers die met veel rust en inzicht met gevoelige honden kunnen omgaan en ze op die manier tot grote prestaties kunnen brengen. Als derde de voorjagers die geen harde en geen gevoelige honden kunnen africhten en daarbij nooit de fout bij zichzelf zoeken. De vierde soort die Hegendorf beschrijft, zouden we waarschijnlijk allemaal wel willen zijn: namelijk het soort voorjager dat ongeacht het karakter van de hond waarmee hij of zij werkt in staat is aan de hond over te brengen wat de bedoeling is. Deze voorjager weet hoe hij honden, ongeacht hun karakter kan motiveren om te doen wat hij of zij van de hond vraagt. “Waren er meer zulke geboren africhters, er zouden véél meer goede honden zijn!” Aldus Hegendorf.

Aan het einde van het hoofdstuk benoemt ook Hegendorf dat er balans moet zijn tussen een stevige of een wat voorzichtiger aanpak, afhankelijk van de situatie en de hond. Daar ga ik in mee. Wat mij betreft is het bij iedere hond zoeken naar de juiste balans, het hoeft helemaal niet altijd alleen maar leuk, lief en aardig, of juist allemaal bars en parforce. Ook een gevoelige hond kan best wel eens een correctie nodig hebben, en ook die zogenaamde harde hond kan wel eens beter reageren op motivatie door middel van een voerbeloning dan door een harde aanpak wanneer hij niet doet wat hem gezegd wordt. Per hond zul je moeten kijken wat kan en wat nodig is. In alle jaren dat ik nu honden heb en er mee werk, heb ik geleerd dat je nooit uitgeleerd bent, alle honden waren en zijn weer verschillend van karakter en vroegen hun eigen aanpak. One size fits namelijk niet all, zoveel is wel duidelijk denk ik.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *