De Drentsche patrijshond is ons prachtige nationaal levend erfgoed. Een karaktervolle en fraaie hond die, zoals de naam al aangeeft, is ontstaan in Drenthe en altijd uitsluitend bedoeld als jachthond.
De oorsprong van de Drent ligt, net als gelijkende rassen zoals de grote en kleine Münsterlanders en de Franse epagneuls, naar alle waarschijnlijkheid in Spioenen, ook wel Spanjoelen genoemd. Dit waren de honden die in de 16e eeuw via Frankrijk door Spanjaarden werden meegebracht. Deze Spanjoelen mengden zich met de inheemse populaties en drukten op die wijze hun stempel op een behoorlijk gedeelte van West-Europa.
Door de geïsoleerde ligging van Drenthe kwam er na het ontstaan van de Drent als ras eigenlijk nauwelijks nog inbreng van buitenlands bloed in het ras waardoor er een uniform type ontstond. In de oorlogsjaren leek er in de kynologie een soort patriottisme te ontstaan waarin het behoud van ‘eigen’ belangrijker dan ooit leek te worden. Het was de Baronesse van Hardenbroek tot Ammerstol, bekend om haar vaderlandsliefde en haar liefde voor honden, die er zich voor inspande en dankzij haar en een aantal anderen werd de Drentsche patrijshond in 1943 dan ook als ras erkend.
De Drent is een middelgrote, evenredig gebouwde en krachtige hond. De schofthoogte voor reuen is 58-63 cm, voor teven 55-60 cm. De vacht is altijd bruinbont, is op het lichaam aanliggend en heeft fraaie bevedering aan poten, staart en kraag.
In het jachtveld is de Drent een niet al te ruim jagende hond die bijzonder geschikt is voor werken in ruig terrein. Omdat er in het Drenthe van vroeger weinig waterwerk gevraagd werd zijn veel Drenten dan ook niet onmiddellijk watterratten, maar met enig geduld zullen deze honden ook prima apporteurs uit het water kunnen worden. Een kenmerkende eigenschap aan Drentsche patrijshonden is hun staartactie wanneer zij zelfstandig op zoek zijn naar veerwild. Deze draait rond en verraadt daarmee de spaniëlverwantschap. Heeft de hond echter wild gevonden, dan zal hij aantrekken en uiteindelijk voorstaan waarna iedere beweging in de staart stopt.
De Drentsche patrijshond zou een zacht en gevoelig karakter hebben, parforce dressuur is voor deze honden dan ook niet geschikt. Toch betekent dit niet dat de Drent een makkelijke hond is, integendeel: het zijn sterke karakters met een behoorlijke ‘kop er op’. Trainen met een Drent vraagt om geduld, begrip en humor. De Drent is vaak wat laat volwassen en een training die gericht is op motivatie biedt de grootste kans op succes. De voorjager moet zorgen dat de hond niet te vaak hetzelfde hoeft te doen, want eenmaal verveeld kan een Drent makkelijk in staking gaan en om elkaar dan nog te motiveren wordt daarmee een uitdaging.
©jachthonden.nl